Betekenis van:
waterdamp

waterdamp (de ~ | meervoud waterdampen)
Zelfstandig naamwoord
  • damp van kokend water
"bij het koken van water komt waterdamp vrij"

Hyperoniemen

Hyponiemen

waterdamp
Zelfstandig naamwoord
  • water in gasvorm

Voorbeeldzinnen

  1. De twee relevante gassen voor CLD- (en HCLD-)analysatoren zijn CO2 en waterdamp.
  2. De verwachte verdunde NO-ijkgasconcentratie (in waterdamp) (De) moet als volgt worden berekend:
  3. Om te koelen en waterdamp uit het uitlaatgasmonster te laten condenseren.
  4. verwarmd worden tot een minimumtemperatuur van 328 K (55 °C) om condensatie van waterdamp te voorkomen.
  5. verwarmd worden tot een minimumtemperatuur van 328 K (55 °C) om condensatie van waterdamp te voorkomen.
  6. De luchtvaart beïnvloedt het klimaat op aarde via de uitstoot van kooldioxide, stikstofoxiden, waterdamp en sulfaat- en roetdeeltjes.
  7. Voor de berekening van de demping door waterdamp moet het NO-ijkgas met waterdamp worden verdund en moet de waterdampconcentratie van het mengsel stapsgewijs worden gebracht op de waarde die tijdens de test wordt verwacht.
  8. Foliën van polytetrafluorethyleen, niet-microporeus, op rollen, met een dikte van 0,019 mm of meer doch niet meer dan 0,14 mm, geen waterdamp doorlatend
  9. De hoeveelheid waterdamp moet normaliter zijn beperkt tot minder dan 32 mg/m3, met een dauwpunt van –9 °C bij 20 MPa.
  10. Bij de uitvoering van die analyse moet de technische dienst zorgvuldig te werk gaan om condensatie van waterdamp in de uitlaatgasbemonsteringszakken te voorkomen.
  11. De inrichting is facultatief indien de analyse niet door waterdamp wordt beïnvloed, zoals bepaald in bijlage III, aanhangsel 5, punten 1.9.1 en 1.9.2.
  12. De inrichting is facultatief indien de analyse niet door waterdamp wordt beïnvloed, zoals bepaald in bijlage 4, aanhangsel 5, punten 1.9.1 en 1.9.2.
  13. Foliën van polytetrafluorethyleen, niet-microporeus, op rollen, met een dikte van 0,019 mm of meer doch niet meer dan 0,14 mm, geen waterdamp doorlatend
  14. Foliën van polytetrafluorethyleen, niet-microporeus, op rollen, met een dikte van 0,019 mm of meer doch niet meer dan 0,14 mm, geen waterdamp doorlatend
  15. De gedopte grondnoten worden geblancheerd in een gasoven met vier hittezones waar ze met hete waterdamp van 88-93 °C worden besproeid voordat ze twee koelzones passeren.