Betekenis van:
wateren
wateren
Werkwoord
- waterachtig vocht afscheiden
"Zijn ogen waterden van de kou."
wateren
Werkwoord
- urine uitscheiden
wateren
Werkwoord
- vers hout enige tijd in water leggen om er ongewenste stoffen uit te laten trekken
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Stilstaande wateren
- Zuidwestelijke wateren
- Zuidwestelijke wateren
- Noordwestelijke wateren
- „Mariene wateren”:
- WESTELIJKE WATEREN
- IIa (EG-wateren), IV, VI (EG-wateren en internationale wateren)
- VIII, IX (EG-wateren en internationale wateren)
- II a (EG-wateren), IV (EG-wateren)
- VIII, IX (Communautaire wateren en internationale wateren)
- IIa (EG-wateren), IV (EG-wateren)
- VIII, IX (EG-wateren en internationale wateren)
- EG-wateren en internationale wateren van V
- IV (EG-wateren en internationale wateren)
- (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren)