Betekenis van:
waterpeil

waterpeil
Zelfstandig naamwoord
  • de hoogte van het water
"Het waterpeil is momenteel erg laag."
waterpeil (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • hoogte v.d. waterspiegel; hoogte v.d. waterspiegel; hoogte v.d. waterspiegel
"het waterpeil zakt/daalt"
"het waterpeil stijgt"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

waterpeil
Zelfstandig naamwoord
  • een instrument om de waterhoogte te meten

Voorbeeldzinnen

  1. De activering wordt bijvoorbeeld voortgezet tijdens de lange periode waarin een hoog waterpeil leidt tot uitstel bij de bouw van een brug, indien een dergelijk hoog waterpeil tijdens de bouwperiode normaal is in het betreffende geografische gebied.
  2. het opnemen van informatie over de diepte van de vaarweg in de elektronische navigatiekaart en het weergeven tot een vooraf bepaald of werkelijk waterpeil;
  3. Versterking van bestaande structuren en bouw van nieuwe dammen om verdere overstromingen van rivieren, waterbekkens en waterwegen met een stijgend waterpeil te voorkomen.
  4. afsluitings- en keerwerken, werken tot het afvoeren van stuwwater uit een pand, bekkens en reservoirs voor het vergaren van water voor de voeding en regeling van het waterpeil, installaties voor waterbeteugeling, peilschalen, registrerende peilschalen en waarschuwingsborden;
  5. De watertanks moeten zodanig ontworpen zijn dat zij na elk transport kunnen worden geleegd en gereinigd, en moeten voorzien zijn van een systeem voor de controle van het waterpeil.