Betekenis van:
watten

watten (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • zachte, veerkrachtige massa van ongekaarde katoenvezels of zaadpluis, gezuiverd en ontvet als verband-, vul- en verpakkingsmiddel gebruikt
"watten in je hoofd hebben"
"een pluk/dot watten"

Hyperoniemen

watten
Bijvoeglijk naamwoord
  • van watten

Voorbeeldzinnen

  1. Watten
  2. Medicinale watten
  3. Watten; andere artikelen van watten
  4. watten en artikelen van watten
  5. Wegwerpartikelen, met uitzondering van watten.
  6. Watten, gaas, enz., met farmaceutische zelfstandigheden, o.v.k., n.e.g.
  7. Watten, gaas, enz., met farmaceutische zelfstandigheden, o.v.k., n.e.g.
  8. Maandverbanden en tampons, luiers en inlegluiers, e.d. hygiënische artikelen, van watten
  9. WATTEN, VILT EN GEBONDEN TEXTIELVLIES; SPECIALE GARENS; BINDGAREN, TOUW EN KABEL, ALSMEDE WERKEN DAARVAN
  10. Andere artikelen voor persoonlijke verzorging, zoals papieren zakdoeken, watten, wattenstaafjes, sponzen enz.
  11. Breng het dubbelfilter met gedroogd residu in een extractiehuls (4.2) en dek het af met ontvette watten.
  12. Watten van textielstof en artikelen daarvan; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerhaar), noppen van textielstof
  13. Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan; met uitzondering van:
  14. Watten van textielstof en artikelen daarvan; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerhaar), noppen van textielstof
  15. Weeg 5 g van het monster tot op 1 mg nauwkeurig af, breng dit in een extractiehuls (4.2) en dek het af met ontvette watten.