Betekenis van:
weekdier
weekdier
Zelfstandig naamwoord
- soort dier zonder innerlijk skelet
Voorbeeldzinnen
- soort weekdier en de hoeveelheid,
- „St.-Andreaskruis”: een grijper die met een schaarbeweging het tweekleppige weekdier Pinna nobilis of rood koraal van de zeebodem opvist;