Betekenis van:
weglopen

weglopen
Werkwoord
  • naar elders lopen, haastig heengaan
"onze hond is weggelopen"
"[dat werk] loopt niet weg, hoor"

Hyperoniemen

weglopen
Werkwoord
  • een plaats verlaten
"Hij is net weggelopen."
weglopen
Werkwoord
  • ''~ van'' iemand of iets verlaten (al dan niet lopend)
"Hij was van huis weggelopen."
weglopen
Werkwoord
  • stromende verdwijnen
"het water uit de badkuip laten weglopen"

Synoniemen

Hyperoniemen

weglopen
Werkwoord
  • (iem.) met geestdrift vereren
"weglopen met de nieuwe buurman"

Synoniemen

Hyperoniemen

weglopen
Werkwoord
  • zich verwijderen om zich te onttrekken aan een dreigend gevaar
"weglopen voor iets/iemand"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

weglopen
Werkwoord
  • een voorsprong uitbouwen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Laat de kleuroplossing weglopen.
  2. Laat het water weglopen en droog het monster zonder het te verontreinigen.
  3. Laat de kleuroplossing weglopen. Spoel even met kraanwater. Verwijder overtollig water met tissuepapier.
  4. Laat de waterige onderlaag weglopen en was de etherlaag door viermaal te schudden met 100 ml water.
  5. Laat de overmaat zuur tot net boven het oppervlak van de hars weglopen en spoel de kolom met water tot het afgetapte water met lakmoes neutraal reageert.