Betekenis van:
weglopen
weglopen
Werkwoord
- een plaats verlaten
"Hij is net weggelopen."
weglopen
Werkwoord
- ''~ van'' iemand of iets verlaten (al dan niet lopend)
"Hij was van huis weggelopen."
weglopen
Werkwoord
- stromende verdwijnen
"het water uit de badkuip laten weglopen"
Synoniemen
Hyperoniemen
weglopen
Werkwoord
- (iem.) met geestdrift vereren
"weglopen met de nieuwe buurman"
Synoniemen
Hyperoniemen
weglopen
Werkwoord
- zich verwijderen om zich te onttrekken aan een dreigend gevaar
"weglopen voor iets/iemand"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Laat de kleuroplossing weglopen.
- Laat het water weglopen en droog het monster zonder het te verontreinigen.
- Laat de kleuroplossing weglopen. Spoel even met kraanwater. Verwijder overtollig water met tissuepapier.
- Laat de waterige onderlaag weglopen en was de etherlaag door viermaal te schudden met 100 ml water.
- Laat de overmaat zuur tot net boven het oppervlak van de hars weglopen en spoel de kolom met water tot het afgetapte water met lakmoes neutraal reageert.