Betekenis van:
werkloos

werkloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder baan zijnd
werkloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • passief

Synoniemen

werkloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet handelend

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik ben werkloos.
  2. Werkloos
  3. Werkstatus: werknemer — zelfstandige — werkloos
  4. Indien u werkloos
  5. Zoekt werk of is werkloos geworden.
  6. Is de aanvrager gedurende de laatste drie jaar werkloos geweest?
  7. dat hij sinds de beëindiging van het dienstverband werkloos is;
  8. Indien u werkloos bent, dienen uw gezinsleden het formulier aan het orgaan van de ziekte- en
  9. omdat hij/zij wacht op een oproep weer te gaan werken (tijdelijk werkloos)
  10. De gewezen arbeidscontractant die na beëindiging van zijn dienst bij het Agentschap werkloos is en:
  11. „uiterst kwetsbare werknemers”: personen die in de voorafgaande 24 maanden werkloos zijn geweest;
  12. De gewezen tijdelijke functionaris die na de beëindiging van zijn dienst bij het Agentschap werkloos is en:
  13. Op de werkloosheidsuitkering die aan de werkloos blijvende gewezen tijdelijke functionaris wordt uitbetaald, is het bepaalde in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van toepassing.
  14. Deze diensten en maatregelen moeten toegankelijk zijn voor allen, inclusief jongeren, mensen die werkloos dreigen te worden en degenen die het verst van de arbeidsmarkt staan.
  15. werkstatus: werknemer of zelfstandige, inclusief meewerkende gezinsleden; werkloos; student die geen deel uitmaakt van de arbeidskrachten; andere, geen deel uitmakend van de arbeidskrachten;