Betekenis van:
werkplek

werkplek (de ~ | meervoud werkplekken)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar iem. zijn beroep uitoefent
"op de werkplek"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. kenmerken van de werkplek,
  2. Regio van de werkplek
  3. Land van de werkplek
  4. Bemanningsleden op hun werkplek
  5. Bemanningsleden op hun werkplek
  6. Beroepsopleiding, hoofdzakelijk op de werkplek
  7. Bemanningsleden op hun eigen werkplek.
  8. Op de werkplek van de werkgever
  9. Beroepsopleiding, gecombineerd op school en op de werkplek
  10. verbetering van arbeidsomstandigheden en kwaliteit van leven op de werkplek;
  11. Elders dan op de werkplek van de werkgever
  12. gemakkelijk bereikbaar te zijn voor direct gebruik vanaf elke vereiste werkplek van het stuurhutpersoneel;
  13. passende onderhoudsprogramma's voor de arbeidsmiddelen, de werkplek en de systemen op de arbeidsplaats;
  14. gemakkelijk bereikbaar te zijn vanaf elke vereiste werkplek van het stuurhutpersoneel in de stuurhut;
  15. is het nationale lid verplicht zijn vaste werkplek op de zetel van Eurojust te hebben;