Betekenis van:
werkzaam

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • als werknemer bezig
"Hij was daar al enige tijd werkzaam geweest."
werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • werkend, een functie hebbend
"werkzaam zijn bij/op/in iets of iemand"
"tijdens zijn/haar werkzame leven"
werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • verantwoordelijk voor veranderingen in het lichaam bij inname
"Dit is het werkzame bestanddeel van dit kruid."
werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • actief
"Dit is de werkzaamste vulkaan van het eiland."
werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • het gestelde doel bereikend
"de werkzame bestanddelen/stof(fen)"
"ergens een werkzaam aandeel in hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • arbeidend

Synoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • veel bewegend

Synoniemen

Hyperoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • rusteloos; ongedurig; veel bewegend; druk

Synoniemen

Hyperoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • met toewijding werkzaam

Synoniemen

Hyperoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • turbulent; rumoerig; woelig; onrustig

Synoniemen

werkzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • metterdaad

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Werkzaam sinds: ..….….….
  2. Verwisselbaar gereedschap, werkzaam deel diamant
  3. Organisatie(s) werkzaam volgens kwaliteitssysteem
  4. Verwisselbaar gereedschap, werkzaam deel diamant
  5. is als zelfstandige werkzaam sinds …
  6. met werkzaam deel van staal
  7. IN HET BUITENLAND WERKZAAM PERSONEEL
  8. Specifieke voordelen: Werkzaam tegen ritmestoornissen.
  9. Muurboren, met werkzaam deel van andere stoffen
  10. Assistent die bv. werkzaam is als:
  11. Specifieke voordelen: Specifiek werkzaam tegen gistinfecties.
  12. ander, waarvan het werkzaam deel bestaat
  13. Schachtfrezen voor metaalbewerking, werkzaam deel andere stoffen
  14. voor metaalbewerking, waarvan het werkzaam deel bestaat
  15. waarvan het werkzaam deel bestaat uit cermets