Betekenis van:
werkzaamheid
werkzaamheid
Zelfstandig naamwoord
- (uit)werking.
"De werkzaamheid van dit medicijn is wetenschappelijk en dubbelblind getest."
werkzaamheid
Zelfstandig naamwoord
- vlijt, ijver
"Wat een werkzaamheid heeft die jongen toch..."
werkzaamheid
Zelfstandig naamwoord
- het werkzaam zijn
"De werkzaamheid van die machine is erg goed."
werkzaamheid
Zelfstandig naamwoord
- ''(wel meervoud)'' werk
"Er werden veel werkzaamheden langs de weg uitgevoerd."
werkzaamheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- ijver; vlijt; vlijt
"Hij werd geprezen om zijn werkzaamheid en punctualiteit."
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Werkzaamheid
- Werkzaamheid als zelfstandige …
- gegevens over de werkzaamheid;
- Laatste werkzaamheid als zelfstandige
- Werkzaamheid als zelfstandige
- GEGEVENS OVER DE WERKZAAMHEID
- Gegevens over de werkzaamheid
- heeft de volgende werkzaamheid uitgeoefend:
- De werkzaamheid van eventuele conserveermiddelen wordt aangetoond.
- Land waarin de betrokken werkzaamheid werd uitgeoefend.
- aard van de werkzaamheid (werknemer of zelfstandige): …
- Zo ja, hoeveel hebben een andere winstgevende werkzaamheid:
- De werkzaamheid van het samenwerkingsverband moet, gezien zijn ondersteunende karakter, samenhangen met de economische werkzaamheid van zijn leden.
- Laatste werkgever (5) Laatste werkzaamheid als zelfstandige (5)
- Zo ja, hoeveel hebben een andere winstgevende werkzaamheid