Betekenis van:
wiegen

wiegen
Werkwoord
  • zachtjes heen en weer bewegen, gewoonlijk om een zuigeling in slaap te brengen
"Het kindje werd zachtjes gewiegd onder het zingen van een slaapliedje."
wieg (de ~ | meervoud wiegen)
Zelfstandig naamwoord
  • bedje voor een baby
"daar heeft mijn wieg gestaan"
"aan de wieg van [iets] gestaan hebben"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Wiegen
  2. Babymeubelen, zoals wiegen, kinderstoelen, reiswiegen en wandelwagentjes (1.27)