Betekenis van:
windrichting

windrichting
Zelfstandig naamwoord
  • de richting waaruit de wind waait
"Het kan belangrijk zijn om de windrichting te weten."
windrichting (de ~ | meervoud windrichtingen)
Zelfstandig naamwoord
  • richting op aarde zoals bepaald door die van de winden
"de heersende windrichting"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Windrichting
  2. Overheersende windrichting
  3. WD windrichting
  4. windrichting en windsnelheid;
  5. De windrichting ten opzichte van de rijrichting wordt vastgelegd.
  6. Voor iedere dag wordt de overheersende windrichting meegedeeld.
  7. Voor het rapporteren van de meest voorkomende windrichting gebruike men de mediaan.
  8. Weersomstandigheden en de meting daarvan; neerslag, temperatuur, verdamping, windsnelheid en windrichting.
  9. Het hele jaar door of in bepaalde maanden zou de overheersende windrichting zuidwest zijn.
  10. Het hele jaar door en in bepaalde maanden zou de overheersende windrichting zuidwest zijn.
  11. Daardoor is er tussen het ontwerp van de oude zuidbaan en de overheersende windrichting een afwijking van rond 20 graden.
  12. Op een bepaalde afstand van het gebied met maximale emissies, benedenwinds bij de heersende windrichting(en) wanneer de omstandigheden ozonvorming in de hand werken;
  13. Op plekken waar één bepaalde oriëntatie duidelijk overweegt (bijvoorbeeld op steile hellingen of waar harde wind uit één windrichting domineert) hoeft slechts één enkele oriëntatie, maar wel steeds dezelfde, te worden bemonsterd.
  14. De betrokken lidstaten moeten worden geselecteerd rekening houdend met hun afstand tot de installatie, de windrichting bij de lozing van gasvormige afvalstoffen en route van de waterlopen bij de lozing van vloeibare afvalstoffen.