Betekenis van:
winst
winst (de ~ | meervoud winsten)
Zelfstandig naamwoord
- wat overblijft van opbrengst na kosten; iets dat gewonnen wordt; winst in getallen; nut
"netto winst"
"met winst [verkopen]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
winst (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- voordeel in niet-economische zin
"winst opleveren"
"een winst van [drie] punten"
Hyperoniemen
Hyponiemen
winst (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- het behalen v.d. zege; het winnen
"met de winst gaan strijken"
"op winst spelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
winst
Zelfstandig naamwoord
- datgene wat men meer heeft dan voordat men investeerde
Voorbeeldzinnen
- Winst
- Winst
- Winst-bewijzen
- Geen winst
- Wel winst
- Instrument/winst
- Winst (verlies)
- Beschikbare winst
- Ingehouden winst.
- Resultaat (kosten — winst)
- de winst-en-verliesrekening;
- Winst/netto-omzet
- Bruto winst (× 1.000 CYP)
- Boekhoudgegevens: winst-en-verliesrekening
- Winst vóór belasting