Betekenis van:
winstgevend
winstgevend
Bijvoeglijk naamwoord
- lonend; rendabel; winstgevend; voordelig; lucratief; economisch rendabel; rendabel
"een winstgevend(e) bedrijf/zaak/onderneming"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- De EU-producenten waren winstgevend in 2001 en 2002.
- De exportprijzen waren in de beoordelingsperiode gemiddeld winstgevend of kostendekkend.
- HSW was in 2005 voor de eerste maal winstgevend.
- HSW was in 2005 voor de eerste maal winstgevend.
- De verkoop bleek in alle gevallen winstgevend te zijn.
- NK diende vanaf 2004 winstgevend te zijn en zou haar winst aan KH uitkeren,
- Elk winstgevend gebruik van de betrokken grond moet echter doeltreffend worden verboden.
- Uit grafiek 3 blijkt hoe Teracom in 2003, 2004 en 2005 opnieuw winstgevend werd.
- UPC betoogde verder dat de drie lagen [89] niet alle tegelijkertijd winstgevend kunnen zijn.
- Van 2007 tot en met 2009 waren de activiteiten van PZL Hydral winstgevend.
- NGP wordt — ook in een worst-casescenario — al in 2009 winstgevend.
- Anderzijds maakten de door de staat gegarandeerde leningen het MobilCom mogelijk haar klantenbasis winstgevend te maken.
- De verkoop van uit China ingevoerde zadels was winstgevend gedurende het onderzoektijdvak.
- Via de inbreng van het Wfa-vermogen in WestLB had de deelstaat dit vermogen zo winstgevend mogelijk ingezet.
- Van de binnenlandse verkoop van het vierde producttype bleek minder dan 10 % in het onderzoektijdvak winstgevend te zijn.