Betekenis van:
woedend
woedend
Bijvoeglijk naamwoord
- razend; woedend; hoog opschietend; erg kwaad; giftig; heel boos; woedend; furieus; woedend; erg kwaad; erg kwaad; witgloeiend
"woedend op iemand/iets zijn"
"woedend over iets zijn"
Synoniemen
- bloedlink
- duivels
- fulminant
- furieus
- laaiend
- pisnijdig
- pissig
- rabiaat
- rebels
- spinnijdig
- ziedend
- razend
- woest
- giftig
- hels
- witheet
Hyperoniemen
woedend
Bijvoeglijk naamwoord
- bijzonder boos
"Zijn woedende vader gaf hem een week huisarrest."
Voorbeeldzinnen
- Ik was woedend.
- Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
- Dit antwoord maakte hem woedend.
- Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.