Betekenis van:
wond
wond (de ~ | meervoud wonden)
Zelfstandig naamwoord
- verwonding van de huid
"zijn wonden likken"
"een diepe/gapende/lelijke wond"
Hyperoniemen
Hyponiemen
wond
Zelfstandig naamwoord
- een beschadiging in of aan het lichaam
"Door zijn val had hij een diepe wond in zijn been."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ze verzorgde zijn wond.
- Het zal de wond verergeren.
- Ze wond zich op over de veiligheid van haar zoon.
- De weg waarlangs het micro-organisme de gastheer binnendringt (oraal, inhalatie, huid/wond), kan ook de kritieke factor zijn.
- isolatie van C. botulinum voor infantiel botulisme (ontlasting) of wondbotulisme (wond) (isolatie van C. botulinum in ontlasting van volwassenen is niet relevant voor de diagnose van voedselbotulisme);