Betekenis van:
wonder
wonder
Zelfstandig naamwoord
- een gebeurtenis waaraan een bovennatuurlijke oorsprong toegeschreven wordt
"Het was echt een wonder dat hij dat ongeluk overleefd heeft."
wonder
Bijvoeglijk naamwoord
- grote verwondering wekkend
"de wondere avonturen van [Don Quichotte]"
"de wondere wereld der/'van de' [natuur/techniek]"
Synoniemen
- wonderbaarlijk
- miraculeus
- ongelofelijk
- ongelofeloos
- ongelooflijk
- onwaarschijnlijk
- wonderbaar
- wonderlijk
- kras
- verbluffend
- ongeloofwaardig
- onwaarschijnlijk