Betekenis van:
zaagsel
zaagsel
Zelfstandig naamwoord
- een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout
"Deze pop is gevuld met zaagsel."
Voorbeeldzinnen
- Zaagsel
- draaisel, krullen, spanen, slijpsel, zaagsel en vijlsel
- residuen uit zagerijen, houtbewerking, meubelindustrie (bast, zaagsel)
- Geschikte materialen zijn bijvoorbeeld vers zaagsel en zand.
- plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval,
- zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer die gevaarlijke stoffen bevatten
- niet onder 03 01 04 vallend(e) zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer
- plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze naaldbomen,
- zaagsel, resten en afval van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke
- zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen
- gebruik van absorberend materiaal (bijvoorbeeld zand, kiezelgoer, zuurbindmiddel, universeel bindmiddel, zaagsel), gedeeltelijk wegvangen van gassen/dampen met water, verdunning.
- draaisel, krullen, spanen, slijpsel, zaagsel, vijlsel en afval van het stampen of stansen, ook indien in pakketten
- Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen
- HOUT DAT GEHEEL OF GEDEELTELIJK ZIJN NATUURLIJKE RONDE OPPERVLAK HEEFT BEHOUDEN, MET OF ZONDER SCHORS, OF IN DE VORM VAN PLAKJES, SPANEN, KLEINE STUKJES, ZAAGSEL, RESTEN EN AFVAL
- Hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten en afval