Betekenis van:
zakkenwasser
zakkenwasser
Zelfstandig naamwoord
- een sullig persoon die alles fout doet
"Oh, die zakkenwassers! Tja, wat had je anders verwacht."
zakkenwasser
Zelfstandig naamwoord
- iemand die juten zakken schoonwast en weer voor gebruik gereed maakt
"En toen ik tien jaar was heb ik zakken gewassen. Ja, ik was een echte zakkenwasser!"
zakkenwasser (de ~ | meervoud zakkenwassers)
Zelfstandig naamwoord
- vervelend persoon
Synoniemen
- naarling
- beroerling
- ellendeling
- etterbak
- etterbuil
- fielt
- fluim
- gemenerik
- hond
- hondenlul
- kelerelijder
- kelerelijer
- klerelijer
- kloot
- kloothommel
- klootspiraal
- klootzak
- kwal
- lamgat
- lammeling
- lamstraal
- lamzak
- lazersteen
- lazerstraal
- loeder
- lul
- lulhannes
- lulletje
- miesgasser
- mispunt
- onverlaat
- paardelul
- paardenlul
- patjakker
- pleurislijder
- ploert
- plurk
- pokkenlijer
- pokkenvent
- pooier
- rasploert
- rotzak
- schoelje
- schoft
- serpent
- smeerlap
- stinker
- teringlijder
- tyfuslijer
- vuilak
- zwijn
- zak
- hondelul
- etter
- lelijkerd
- smiecht
- pokkenlijder
- sekreet
- stinkerd