Betekenis van:
zangvogel

zangvogel
Zelfstandig naamwoord
  • vogel behorende tot de talrijke orde ''Passeriformes''
"Mussen, nachtegalen en raven zijn zangvogels."
zangvogel (de ~ | meervoud zangvogels)
Zelfstandig naamwoord
  • vogel in de orde v.d. Passeriformes; vogel die zingt

Synoniemen

Hyperoniemen