Betekenis van:
zeilen
zeilen
Werkwoord
- varen met een zeilboot
"naar de haven zeilen"
"op het IJsselmeer zeilen"
Hyperoniemen
zeilen
Werkwoord
- zich in een zeilboot met behulp van de wind over het water voortbewegen
zeilen
Werkwoord
- zich voortbewegen op een manier die aan zeilen met een zeilboot doet denken
zeil (het ~ | meervoud zeilen)
Zelfstandig naamwoord
- windvanger aan een vaartuig
"de wind in de zeilen hebben"
"de zeilen gorden"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik zou graag rond de wereld zeilen.
- Vind je het leuk om te gaan zeilen?
- Zeilen
- Boten, buitenboordmotoren, jetski’s, zeilen, tuigage en dekopbouw
- Surfen en zeilen door de corridor is echter niet toegestaan.
- Dekkleden, zeilen voor schepen en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke
- Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen:
- Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen
- Tarpaulins, zeilen voor schepen, surfplanken of zeilwagens, dekzeilen, zonweringen, tenten en kampeerartikelen
- vlaggen en aan een touw bevestigde vaantjes, van textiel, alsmede zeilen voor boten, voor zeilplanken of voor zeilwagens, bedoeld bij hoofdstuk 63;
- Ook zij erop gewezen dat Belaruskali volledig in overheidshanden is en dat de huidige autoriteiten rechtstreeks een beslissende invloed uitoefenen op het reilen en zeilen van de onderneming.