Betekenis van:
zelfbeheersing

zelfbeheersing (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het zichzelf kunnen beheersen
"zijn zelfbeheersing verliezen"
"een ijzeren/stalen zelfbeheersing (aan de dag leggen)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. zelfbeheersing,