Betekenis van:
zelfcontrole

zelfcontrole
Zelfstandig naamwoord
  • het zichzelf kunnen beheersen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zelfcontrole, automatische foutindicatie
  2. De lidstaten moet echter worden toegestaan onder bepaalde voorwaarden een systeem van zelfcontrole op te zetten.
  3. Met goedvinden van de Commissie kunnen de lidstaten echter voor bepaalde kwaliteitseisen en bepaalde erkende bedrijven een onder hun toezicht staand systeem voor zelfcontrole vaststellen.
  4. De lidstaten mogen evenwel, na schriftelijke toestemming van de Commissie, een onder hun toezicht staand systeem voor zelfcontrole vaststellen voor bepaalde kwaliteitseisen en bepaalde erkende ondernemingen.
  5. Wanneer in verband met zelfcontrole, door het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf toegepaste traceerbaarheidssystemen en het niveau van de tijdens officiële controles geconstateerde naleving, voor een bepaald type diervoeder of levensmiddelen of voor bepaalde activiteiten officiële controles met een lagere frequentie plaatsvinden, dan wel om rekening te houden met de criteria van lid 5, onder b) tot en met d), kunnen de lidstaten een vergoeding voor officiële controles vaststellen die lager ligt dan het in lid 4, onder b), bedoelde minimumbedrag, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat bij de Commissie een verslag indient waarin vermeld zijn: