Betekenis van:
zelfstandig
zelfstandig
Bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand
"een zelfstandig beroep"
"zelfstandig oordelen/handelen/werken"
Synoniemen
zelfstandig
Bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand
"Wees toch eens een beetje zelfstandiger!"
Voorbeeldzinnen
- zelfstandig eten
- Vlaams Instituut voor het Zelfstandig ondernemen
- zich zelfstandig voedende larvale vormen, en
- Zij treden niet zelfstandig op de markt op.
- voor personen die recentelijk als zelfstandig landbouwer hebben gewerkt:
- Deze persoon is niet in staat zelfstandig te wonen
- hangwiegen moeten niet worden gebruikt als het kind zelfstandig op de knieën of rechtop kan zitten.
- Geografische verdeling van het aantal ontvangers van een pensioen van een niet-zelfstandig pensioenfonds
- De rechtspositie van de onderneming zal haar in staat stellen zelfstandig contracten af te sluiten.
- Elke energiebron moet de volledige installatie zelfstandig van energie kunnen voorzien.
- een natuurlijke persoon die het „enige bedrijfshoofd” op een zelfstandig bedrijf is?
- Loopstoeltjes zijn toestellen waarmee kinderen die nog niet kunnen lopen zich zelfstandig kunnen voortbewegen.
- Zij moeten bevoegd zijn om alle binnenkomende zaken zelfstandig af te handelen.
- Geheel zelfstandig werkende toestellen voor het duiken en zwemmen onder water, als hieronder:
- Geografische verdeling van het aantal ontvangers van een afgeleid pensioen van een niet-zelfstandig pensioenfonds