Betekenis van:
zelfvertrouwen
zelfvertrouwen (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- vertrouwen in jezelf, eigen krachten; zelfverzekerdheid; vertrouwen in of op zichzelf, het vertrouwen op eigen krachten tegenover zijn taak en mogelijke hinderpalen
"vol zelfvertrouwen"
"gebrek aan zelfvertrouwen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Motivatie en zelfvertrouwen zijn van essentieel belang voor iemands competentie.
- Een positieve attitude omvat de motivatie en het zelfvertrouwen om een leven lang met succes verder te leren.