Betekenis van:
zenden
zenden
Werkwoord
- sturen
"[een bloemstuk] naar [een zieke collega] zenden"
"[een bericht] naar [huis/'de krant'] zenden"
Hyperoniemen
Hyponiemen
zenden
Werkwoord
- sturen
"Ik had je eergisteren die brief gezonden."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Gelieve ons meer informatie te zenden.
- Te zenden naar:
- Gelieve ons toe te zenden
- Zenden van documenten aan groepsleden
- Gelieve ons toe te zenden:
- aan lidstaten te zenden aanvullende informatie;
- VERZOEK OM CONTROLE, toe te zenden aan:
- Door te zenden na aanlanding van vangst
- VERZOEK OM CONTROLE, toe te zenden aan:
- VERZOEK OM CONTROLE, toe te zenden aan:
- Aan het bureau te zenden informatie
- VERZOEK OM CONTROLE, toe te zenden aan:
- Aan lidstaten te zenden aanvullende informatie
- De lidstaten zenden de gegevens elektronisch toe.
- Kennisgevingen betreffende noodsituaties aan de Commissie zenden