Betekenis van:
ziek

ziek
Bijvoeglijk naamwoord
  • je slecht voelend
"ziek worden"
"zo ziek als een hond"

Synoniemen

ziek
Bijvoeglijk naamwoord
  • in strijd met de begrippen van eer en plicht
"een zieke mop"
"een zieke geest"

Synoniemen

Hyperoniemen

ziek
Bijvoeglijk naamwoord
  • Lichamelijke toestand: niet gezond

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij is niet ziek.
  2. Je bent ernstig ziek.
  3. Ik ben ziek.
  4. Misschien was hij ziek.
  5. Hij is ziek.
  6. Voel je je ziek?
  7. Oh, ik was ziek.
  8. Ik ben ziek.
  9. Hij was misschien ziek.
  10. Ik ben ziek.
  11. Gisteren was ik ziek.
  12. Ze werd heel ziek.
  13. Ik ben ziek.
  14. Hij kan niet ziek zijn.
  15. Ik hoor dat hij ziek is.