Betekenis van:
zijde

zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • kant v.e. straat
"aan welke zijde"
"hij woont aan deze zijde van het kanaal"

Hyperoniemen

zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • draad, weefsel of kledij
"een streng zijde"
"een hemd van zijde"

Hyperoniemen

zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • grenslijn van een vlakke figuur
"een ruit wordt begrensd door vier gelijke zijden"
"de zijden van een driehoek/vierkant"

Hyperoniemen

zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • partij, kant
"van bevoegde zijde"
"aan iemands zijde staan"

Hyperoniemen

zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • grensvlak v.e. (wiskundig) lichaam
"ter zijde"
"aan welke zijde"

Hyperoniemen

zijde (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • product v.d. zijderups
"zijde spinnen"
"zo zacht als zijde"

Hyperoniemen

zijde
Zelfstandig naamwoord
  • een van beide of meerdere lijnen of vlakken
"De ene zijde is beschreven, de andere is leeg gelaten."
zijde
Zelfstandig naamwoord
  • zeer zachte stof gemaakt van cocons van de zijderups
"Deze rok is van zijde."
zijde (de ~ | meervoud zijden, zijdes)
Zelfstandig naamwoord
  • één kant v.e. blad papier; bladzijde; elk van beide kanten van iets vlaks
"de beide zijden van een blad/laken/plank"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Iedereen is een maan en heeft een donkere zijde die hij nooit aan iemand laat zien.
  2. Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
  3. zijde,
  4. ZIJDE
  5. Zijde
  6. zijde
  7. ottertrawl (zijde)
  8. eiwithydrolysaten, zijde-
  9. 50 Zijde
  10. van zijde of van afval van zijde
  11. Ruwe zijde, niet gemoulineerd
  12. zijde en melamine 1,01;
  13. Zijde, met uitzondering van:
  14. van andere textielstoffen– zijde
  15. Aantal koppelingen per zijde: …