Betekenis van:
zoeken

Werkwoord

Voorbeeldzinnen

1. Ik moet mijn pen zoeken.
2. Ik moet naar mijn pen zoeken.
3. Ik ben een baan aan het zoeken.
4. Je bent je sleutel aan het zoeken.
5. Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
6. Ik was je aan het zoeken.
7. Ik ben aan het zoeken naar de kazen.
8. Je kunt evengoed een naald in een hooiberg zoeken.
9. Onafgebroken zoeken wij het eervolle
10. Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.
11. Geloof hen die waarheid zoeken, pas op voor wie haar vinden.
12. Ik ging de stad in om een goed restaurant te zoeken.
13. De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress verwerken door te chatten.
14. WERK ZOEKEN
15. niet met zoeken begonnen