Betekenis van:
zoen
zoen (de ~ | meervoud zoenen)
Zelfstandig naamwoord
- hernieuwde vrede; het verbroederen, verzoenen; vrede
"tot zoen van haar misdaad"
"de zoen van Delft"
Synoniemen
Hyperoniemen
zoen
Zelfstandig naamwoord
- het met de lippen aanraken van een persoon of een voorwerp