Betekenis van:
zoetwater

zoetwater
Zelfstandig naamwoord
  • kleur- en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen uit 2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof bestaan

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. zoetwater: rivier
  2. zoetwater: zoetwaterbekken
  3. zoetwater: vijver/meer
  4. Aquacultuurproducten (zee- & zoetwater — gekweekt)
  5. Niet-gekweekte zoetwater-producten
  6. zoetwater: stroom/zijrivier
  7. Aquacultuurproducten (zee- en zoetwater — gekweekt)
  8. de halfwaardetijd in zeewater, zoetwater of estuaria langer is dan 60 dagen, of
  9. Salmo salar (enkel in zoetwater) (V) (met uitzondering van de Finse populaties)
  10. de halfwaardetijd in zoetwater of estuaria langer is dan 40 dagen, of
  11. de halfwaardetijd in zoetwater- of sediment van estuaria langer is dan 120 dagen, of
  12. Bij toepassing van dit punt mag zo nodig met de grotere diepgang in zoetwater rekening worden gehouden.
  13. Met deze test wordt getracht de effecten van een stof op de groei van zoetwater-microalgen en/of cyanobacteriën te bepalen.
  14. Als het afvalwater van de leerlooierijen en van de textielindustrieën rechtstreeks in zoetwater wordt geloosd, mag het chemisch zuurstofverbruik (CZV) niet hoger zijn dan 250 mg CZV/l geloosd water.
  15. gebieden en compartimenten of groepen daarvan die meer dan 75 % van het continentale gebied en het kustgebied van de betrokken lidstaat omvatten voor wat betreft ziekten waardoor zowel zoetwater- als zoutwatersoorten worden getroffen, of