Betekenis van:
zonnen
zonnen
Werkwoord
- zich gedurende een zekere tijd blootstellen aan zonnestraling
"Ik zat even te zonnen in het voorjaarszonnetje."
zonnen
Werkwoord
- het naakte of zeer licht beklede lichaam aan de zonnestralen blootstellen
"liggen zonnen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Een gloeilamp boven een platform dat als rustplaats fungeert, stelt de reptielen in staat te „zonnen” om hun lichaamstemperatuur te verhogen.
- Dit comité brengt advies uit over aangelegenheden betreffende alle soorten gezondheids- en veiligheidsrisico’s (met name chemische, biologische, mechanische en andere fysieke risico’s) van voor de consument bestemde non-foodproducten (zoals bijvoorbeeld cosmetische producten en de bestanddelen daarvan, speelgoed, textiel, kleding, verzorgingsproducten, huishoudelijke producten zoals detergenten enz.) en dienstverlening (zoals bijvoorbeeld tatoeage, kunstmatig zonnen enz.).