Betekenis van:
zool

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • ondervlak van schoeisel
"iets op de zolen (van zijn schoenen) kunnen schrijven"
"schoeisel met rubberen/houten/leren zolen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • zool aan de binnenkant van een schoen
"losse zolen in [pantoffels]"

Hyperoniemen

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderkant v.d. voet; onderkant v.d. voet

Synoniemen

Hyperoniemen

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • deel van een kous of sok dat de voetzool bedekt

Hyperoniemen

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderste deel v.e. dijk of gletsjer

Hyperoniemen

zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderzijde v.e. slak

Hyperoniemen

zool
Zelfstandig naamwoord
  • onderkant van de voet
zool
Zelfstandig naamwoord
  • onderkant van schoeisel of kous
zool (de ~ | meervoud zolen)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk schoeisel dat bestaat uit een zool met banden

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. (zool)
  2. EN 17708 — Volledige zool — hechting van de bovenste zool
  3. 6,6′-difluor-2,2′-dibenzothia-zool: < 3,5 mg/kg
  4. „kinderschoenen” zijn schoenen waarvan zool en hak tezamen niet meer dan 3 cm hoog zijn
  5. Het bovendeel strekt zich uit van de linkerkant van de zool naar de rechterkant.
  6. bovendelen en delen daarvan, andere dan contreforts en stijve toppen– an de zool zijn bevestigd
  7. schoeisel waarvan het bovendeel uit riempjes bestaat die met pluggen aan de zool zijn bevestigd
  8. ander schoeisel met beschermende metalen neus– staat die met pluggen aan de zool zijn bevestigd
  9. De boog die door dit deel van het bovendeel wordt gevormd is ook aan de zool bevestigd door middel van een band die van het midden van de boog tussen de tenen tot in de zool loopt.
  10. Uit het feit dat enkel de textielbanden (T1 en T2) behoorlijk in de zool zijn gewerkt — in tegenstelling tot de lederen banden C1 — blijkt dat enkel de textielbanden het bovendeel (de boog) aan de zool bevestigen.
  11. Op de linker en rechter zijde van de boog, op het punt waar deze aan de zool is bevestigd, zijn verscheidene van de banden die de boog vormen in de zool gewerkt en gezet.
  12. Schoeisel met buitenzool van kunststof en een bovendeel van banden die op drie punten aan de zool zijn bevestigd.
  13. schoeisel waarvan het bovendeel uit riempjes bestaat die met pluggen aan de zool zijn bevestigd– vervoer van personen op golfvelden en dergelijke voertuigen
  14. Gebreide/gehaakte kousen e.d. (incl. sokken; excl. dameskousen of -kniekousen, gebreid of gehaakt, van < 67 decitex per enkelvoudige draad, panty's en voetbekleding met aangezette zool)
  15. Het deel van de zool dat in aanraking komt met de grond is van kunststof in de zin van aantekening 4, onder b), op hoofdstuk 64.