Betekenis van:
zorgeloos
zorgeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder zorgen; zorgeloos
"een zorgeloze vakantie"
"zorgeloos fluitend gaat hij naar huis"
Synoniemen
Hyperoniemen
zorgeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- onbekommerd, zonder zorgen
"Ons werd direct een zorgeloze vakantie aangeboden."
zorgeloos
Bijvoeglijk naamwoord
- slordig; slordig; om en nabij
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Het jonge meisje lachte zorgeloos.