Betekenis van:
zouten
zouten
Werkwoord
- met zout conserveren
"Haring moet licht gezouten worden om een parasiet te doden."
zout (het ~ | meervoud zouten)
Zelfstandig naamwoord
- scheikundige verbinding
"geest van zout"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zouten — drogen
- Toegelaten zouten
- naftolen en zouten daarvan
- antranilzuur en zouten daarvan
- Ethyleendiamine en zouten daarvan
- zouten van mierenzuur
- Zouten van hydrazine
- pyridine en zouten daarvan
- heparine en zouten daarvan
- Oplosbare ioniseerbare zouten
- acrylzuur en zouten daarvan
- Choline en zouten daarvan
- Zouten van sulfathiazol (INN)
- Sacharine en zouten daarvan
- Cafeïne en zouten daarvan