Betekenis van:
zoutzuur
zoutzuur
Bijvoeglijk naamwoord
- op zoutzuur betrekking hebbend
"Keukenzout is het zoutzure zout van natronloog."
zoutzuur
Bijvoeglijk naamwoord
- zoutzuur bevattend
"Je kunt deze reactie beter in een licht zoutzure oplossing uitvoeren."
zoutzuur
Zelfstandig naamwoord
- een oplossing van waterstofchloride (HCl)
"Kalksteen kan met een beetje zoutzuur opgelost worden."
zoutzuur (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- sterk zuur, een oplossing van waterstofchloride in water
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- zoutzuur
- Waterstofchloride (zoutzuur)
- Waterstofchloride/zoutzuur
- Zoutzuur, 0,1 N
- zoutzuur (pH-regelaar)
- Zoutzuur (0,5 mol/l).
- Waterstofchloride (zoutzuur); chlorozwavelzuur
- Oplosbaar in zoutzuur
- Titratie met zoutzuur
- Zoutzuur 0,1 mol/l.
- Zoutzuur 3 mol/l.
- Oplosbaar in verdund zoutzuur.
- Zoutzuur, 1,13 % (m/V).
- Zoutzuur 4 mol/l.
- E 507 ZOUTZUUR