Betekenis van:
zuinig
zuinig
Bijvoeglijk naamwoord
- weinig of zo weinig mogelijk gebruikend of uitgevend
"zuinig leven/rijden"
"zuinig zijn op iets"
Synoniemen
zuinig
Bijvoeglijk naamwoord
- voorzichtig met het uitgeven van geld
"Zuinig autorijden is niet alleen goed voor je portemonnee."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Bijvoorbeeld: sport, zuinig, stadsverkeer, buiten de stad enz.
- Gegevens over eventuele voorzieningen voor een zuinig brandstofverbruik (indien niet elders vermeld): …
- Indien het voertuig in verschillende hybride standen kan werken (bv. sport, zuinig, stad, buiten de stad enz.), dan wordt de schakelaar ingesteld op de stand waarin het voertuig voor het grootste deel op brandstof werkt (zie punt 3.2.1.3, opmerking 3).
- Zuinig en milieuvriendelijk rijden. Hierbij moet worden gelet op het aantal omwentelingen per minuut en het schakelen, remmen en versnellen (alleen categorieën BE, C, CE, C1, C1E, D, DE, D1, D1E);
- De lidstaten dienen een modernere, innovatieve, gediversifieerde en competitieve koolstofarme industriële basis te ondersteunen, waarin zuinig wordt omgegaan met hulpbronnen en energie; hiertoe dienen zij onder meer de nodige kosteneffectieve herstructureringen mogelijk te maken, met onverkorte inachtneming van de regels van de Unie voor mededinging en andere relevante regelgeving.
- Om de uitstoot te verminderen en de energie-efficiëntie te verhogen, dienen de lidstaten op grote schaal gebruik te maken van marktinstrumenten, met doorberekening van externe kosten, zoals belasting, en andere doeltreffende steunmiddelen voor emissievermindering en een betere aanpassing aan de klimaatverandering, duurzame groei en werkgelegenheid en zuinig omgaan met bronnen te steunen, het gebruik van hernieuwbare energie en koolstofarme, klimaatneutrale technologie en het overstappen op meer milieuvriendelijke, op elkaar aansluitende vervoerswijzen te stimuleren en energiebesparing en eco-innovatie te bevorderen.