Betekenis van:
zuiver
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- onvermengd
"zuivere koffie"
"zuiver goud"
Synoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- onbezoedeld, zonder verontreiniging
"Dit is het zuiverste water dat de natuur ons te bieden heeft."
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- precies de juiste toonhoogte
"Het was een zuiver instrument."
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- vrij van vuil of ongerechtigheden
"dit glas is niet zuiver"
"Dat huis is niet zuiver."
Synoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- vol deugd, braaf
"een zuiver geweten hebben"
"met/uit zuivere bedoelingen"
Synoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- rechtstreeks
Synoniemen
Hyperoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- buitensporig; met grote gevolgen
Synoniemen
Hyperoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- driedubbel; drievoudig; driema(a)l(ig)
Synoniemen
Hyperoniemen
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
- op-en-top; echt
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Het kind had een zuiver hart.
- Het water van deze rivier is heel zuiver.
- Zuiver
- (% zuiver zaad)
- Laurinezuur, zuiver C12H24O2
- Palmitinezuur, zuiver C16H32O2
- Natriumstearaat, zuiver C18H36O2.Na
- fokdieren van zuiver ras
- Stearinezuur, zuiver C18H36O2
- natriumnitraat, ook indien zuiver;
- Oliezuur, zuiver C18H34O2
- kaliummagnesiumsulfaat, ook indien zuiver;
- ammoniumsulfaat, ook indien zuiver;
- ammoniumnitraat, ook indien zuiver;
- Ethanol, minimaal 95 % zuiver.