Betekenis van:
zuren
zuren
Werkwoord
- zuur (doen) worden
"Wat in 't zout ligt, zuurt niet."
zuur (het ~ | meervoud zuren)
Zelfstandig naamwoord
- bepaalde stof
"bijtende/invretende zuren"
"sterke/zwakke zuren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- zuren
- overige zuren
- detergentia, zuren,
- Polycyclische zuren
- Vluchtige zuren
- Anorganische zuren
- andere anorganische zuren
- Oplosbaar in zuren
- niet elders genoemde zuren
- olie die zuren bevat
- Andere zuren dan vetzuren
- het totaalgehalte aan zuren;
- Terugwinning van zuren of basen
- één van de volgende zuren:
- oplosmiddelen, zuren en alkaliën, meststoffen;