Betekenis van:
zuur

zuur
Bijvoeglijk naamwoord
  • bedorven
"zure melk"

Hyperoniemen

zuur
Bijvoeglijk naamwoord
  • een smaak hebbend zoals citroensap of azijn
"Hij eet de zuurste appelen."
zuur
Bijvoeglijk naamwoord
  • naar; onaangenaam
"het is zuur (dat we haar verjaardag vergeten zijn)"
"een zure opmerking"

Synoniemen

zuur
Bijvoeglijk naamwoord
  • vol wrok
"zuur kijken"
"een zure opmerking"

Synoniemen

zuur
Bijvoeglijk naamwoord
  • wrang; zachtzuur

Synoniemen

Hyperoniemen

zuur (het ~ | meervoud zuren)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde stof
"bijtende/invretende zuren"
"sterke/zwakke zuren"

Hyperoniemen

Hyponiemen

zuur (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • in de maag afgescheiden zuur
"het zuur hebben"
"het zuur van iets/iemand krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

zuur
Zelfstandig naamwoord
  • zure vloeistof, die een verhoogde concentratie waterstofionen bevat
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • een chemische stof die in water opgelost in staat is waterstofionen af te splitsen: arrheniuszuur
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • een molecuul of ion dat in staat is waterstofionen af te splitsen: brønstedzuur
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • een molecuul of ion dat in staat is een elektronpaar te accepteren: lewiszuur
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • ''het ~ hebben'': aan pyrosis lijden
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • felsisch (verouderd)
zuur
Zelfstandig naamwoord
  • zuur dat verkregen wordt door oxydatie van verdunde alcohol of door droge destillatie van hout

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Dit sap smaakt zuur.
  2. Citroenen zijn zuur.
  3. Is het zoet of zuur?
  4. Zuur reageert op dingen die metaal bevatten.
  5. zuur
  6. Zuur
  7. Vluchtig zuur
  8. Guanidinoazijn-zuur
  9. zuur alkylslib
  10. Zuur: 526
  11. Zuur calciumpyrofosfaat
  12. Zuur dinatriumfosfaat
  13. Zuur trinatriumpyrofosfaat
  14. Vrij zuur
  15. Zuur natriumpyrofosfaat