Betekenis van:
zwaaien
zwaaien
Werkwoord
- begroeten door met de hand heen en weer te bewegen
"De kinderen stonden al te zwaaien toen we aankwamen."
zwaaien
Werkwoord
- aandacht vragen door met de armen heen en weer te bewegen
"De man stond te zwaaien om ons aan te geven dat we er niet in mochten rijden."
zwaaien
Werkwoord
- (iets) krachtig heen en weer bewegen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik ben naar het vliegveld geweest om een vriend uit te zwaaien.
- Ik ben alleen even naar het vliegveld geweest om een vriend die naar Europa ging uit te zwaaien.
- Hangladders worden stevig vastgemaakt, en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden.