Betekenis van:
zwakheid
zwakheid
Zelfstandig naamwoord
- gebrek, fout
"Ieder mens heeft z'n zwakheden."
zwakheid
Zelfstandig naamwoord
- het zwak-zijn
"Van zwakheid wordt soms misbruik gemaakt."
zwakheid (de ~ | meervoud zwakheden)
Zelfstandig naamwoord
- moreel slechte hoedanigheid
"iedereen heeft zijn zwakheden"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Frankrijk betwist de beweringen van Siemens als zou in het bijzonder de sector Transport van Alstom tekenen van zwakheid vertonen.
- Wanneer een zwakheid wordt geïdentificeerd, eist de bevoegde autoriteit dat beschermende maatregelen worden toegepast die in verhouding staan tot het risico.