Betekenis van:
zwangerschap

zwangerschap
Zelfstandig naamwoord
  • de tijd dat een vrouw een ongeboren kind met zich draagt
"Zij voelde zich niet lekker door haar zwangerschap."

Voorbeeldzinnen

  1. Tijdens mijn zwangerschap had ik bloedvergiftiging.
  2. Zwangerschap
  3. Zwangerschap, bevalling en kraambed
  4. Zwangerschap en borstvoeding
  5. ZIEKTE, ZWANGERSCHAP EN ANDER BIJZONDER VERLOF
  6. een zwangerschap (vermoedelijke datum van de bevalling: ….)
  7. zwangerschap vaststellen en het normale verloop ervan blijven volgen, onderzoeken verrichten die nodig zijn voor het toezicht op het normale verloop van de zwangerschap;
  8. Er zijn geen gegevens over cutaan gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding.
  9. Deze bepaling geldt niet wanneer de ziekte verband houdt met een zwangerschap.
  10. zwangerschap (behalve voor donors van navelstrengbloedcellen of amnionmembraan en broer/zuster-donors van hematopoïetische voorlopercellen);
  11. Deze uitkering vindt ook plaats bij het einde van een zwangerschap van ten minste zeven maanden.
  12. Wegens het ontbreken van voldoende gegevens wordt het gebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding afgeraden.
  13. Moeilijke zwangerschap en ziekte moeten beschouwd worden als redenen voor vervroegd zwangerschapverlof.
  14. om redenen van persoonlijke aard of wegens familiale omstandigheden (met inbegrip van zwangerschap)
  15. om andere redenen— onlijke aard of wegens gezinsomstandigheden (met inbegrip van zwangerschap)