Betekenis van:
zwavelzuur
zwavelzuur
Zelfstandig naamwoord
- een sterk zuur bestaande uit zwavel, waterstof en zuurstof met een wateronttrekende en bijtende werking
"Toen de leerling het potje met zwavelzuur over zijn been liet vallen, spoelde de leraar het bijtende spul meteen met overvloedig water af."
Voorbeeldzinnen
- zwavelzuur
- Zwavelzuur
- „Zwavelzuur
- zwavelzuur
- Zwavelzuur; oleum (rokend zwavelzuur)
- zwavelzuur, dextraanester
- Titratie met zwavelzuur
- zwavelzuur en zwaveligzuur
- Zwavelzuur 0,01 mol/l.
- Zwavelzuur 0,05 mol/l.
- Zwavelzuur, 75 % m/m
- Zwavelzuur 3 mol/l.
- zwavelzuur, monodecylester, natriumzout
- E 513 ZWAVELZUUR
- Oleum (rokend zwavelzuur)