Betekenis van:
zwengelen
zwengelen
Werkwoord
- een zwengel bewegen
"aan [de pomp] zwengelen"
"aan iemands arm zwengelen"
Hyperoniemen
zwengelen
Werkwoord
- aan een zwengel draaien
"De oude man zwengelde aan de waterpomp."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Totdat overeenstemming is bereikt over een standaard (of een aantal standaarden) wordt de partners verzocht hun „directed packet”-filterconfiguraties mee te delen aan het EPA en de Commissie; die configuraties zullen op de website worden bekendgemaakt om de discussie en de ontwikkeling van standaardconfiguraties aan te zwengelen.