Betekenis van:
zwengelen

zwengelen
Werkwoord
  • een zwengel bewegen
"aan [de pomp] zwengelen"
"aan iemands arm zwengelen"

Hyperoniemen

zwengelen
Werkwoord
  • aan een zwengel draaien
"De oude man zwengelde aan de waterpomp."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Totdat overeenstemming is bereikt over een standaard (of een aantal standaarden) wordt de partners verzocht hun „directed packet”-filterconfiguraties mee te delen aan het EPA en de Commissie; die configuraties zullen op de website worden bekendgemaakt om de discussie en de ontwikkeling van standaardconfiguraties aan te zwengelen.