Betekenis van:
zwepen

zweep (de ~ | meervoud zwepen)
Zelfstandig naamwoord
  • stok met een lang snoer of stuk leer
"met de zweep krijgen"
"met de zweep klappen"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Zwepen
  2. Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen
  3. Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen
  4. Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen
  5. Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan
  6. PARAPLU’S, PARASOLS, WANDELSTOKKEN, ZITSTOKKEN, ZWEPEN, RIJZWEPEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN
  7. zwepen, rijzwepen en andere artikelen, bedoeld bij post 6602;
  8. 66 Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan
  9. Delen, garnituren en toebehoren van paraplu's en parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen
  10. Delen, garnituren en toebehoren van paraplu's en parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen
  11. CPA 32.99.21: Paraplu’s en parasols; wandelstokken, zitstokken, zwepen en dergelijke artikelen
  12. CPA 32.99.22: Delen, garnituren en toebehoren van paraplu’s en parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen en dergelijke artikelen
  13. wandelstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke (post 6602), alsmede delen daarvan (post 6603);
  14. Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van:
  15. artikelen bedoeld bij afdeling XII (bijvoorbeeld schoeisel, hoofddeksels, paraplu’s, parasols, wandelstokken, zwepen, rijzwepen en delen van deze artikelen);