Betekenis van:
zwoerd
zwoerd (het ~ | meervoud zwoerden)
Zelfstandig naamwoord
- afgeschrabde huid van een varken, met name zoals die aan het vlees of spek daarvan zit
"een rand zwoerd"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
zwoerd
Zelfstandig naamwoord
- harde buitenste laag van spek, ontstaan uit de huid van het varken
"Ik houd van zwoerdjes!"
Voorbeeldzinnen
- Zwoerd 20
- Vet met zwoerd 20
- Buik, als zodanig of rechthoekig gesneden, zonder zwoerd en ribben
- Naast het bloed/zwoerd bevat de worst ook ongeveer 5 % lever.
- Halve karkassen worden gemerkt op het zwoerd van de achterschenkel of de ham.
- F de spekdikte (met inbegrip van zwoerd), in millimeter gemeten op hetzelfde punt als de spierdikte.
- De onderverdelingen omvatten eveneens spek dat ontdaan is van het zwoerd.
- Deelstukken overeenstemmend met „middles”, met of zonder zwoerd of vet, zonder been [6]
- de spekdikte, met inbegrip van het zwoerd, in millimeter, gemeten op 7 cm van de middellijn,
- Deelstukken overeenstemmend met „middles”, met of zonder zwoerd of vet, zonder been [4]
- G de rugspekdikte (met inbegrip van de zwoerd) in millimeter, tussen de tweede- en de derdelaatste rib, gemeten op 7 cm van de middellijn van het hele geslachte varken, loodrecht op het zwoerd.
- G spekdikte (met inbegrip van het zwoerd), gemeten tussen de op één na laatste en de op twee na laatste rib op 6 cm van de dorsale middellijn loodrecht op het zwoerd (in millimeters),
- spekdikte (met inbegrip van het zwoerd), gemeten tussen de op twee na laatste en de op drie na laatste lendenwervel op 8 cm van de dorsale middellijn loodrecht op het zwoerd (in millimeters),
- karbonadestrengen en delen daarvan, zonder het haasje, al dan niet met inbegrip van het zwoerd en het spek;
- F de spekdikte (met inbegrip van zwoerd), in millimeter gemeten op de klieflijn op de smalste plaats boven de musculus gluteus medius.