Vertaling van arbejder

Inhoud:

Deens
Nederlands
arbejder {zn.}
werker [m]
arbejder {zn.}
werkkracht [v]
werkman [m]
werker [m]
arbeider  [m]


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Jeg arbejder her.

Ik werk hier.

Han arbejder hele natten.

Hij werkt de hele nacht.

Mary arbejder i et supermarked.

Mary werkt bij een supermarkt.

Jeg arbejder på et hospital.

Ik werk in een ziekenhuis.