Vertaling van gammel

Inhoud:

Deens
Nederlands
gammel {bn.}
bejaard 
oud 
gammel {bn.}
oud 
gammel {bn.}
bejaard 
oud 


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Hvor gammel er du?

Hoe oud bent u?

Jeg er 18 år gammel.

Ik ben achttien jaar oud.

Hvor gammel er din far?

Hoe oud is je vader?

Den brune hat er gammel.

De bruine hoed is oud.

Jeg er nu 30 år gammel.

Ik ben nu 30.

"Hvor gammel er hun?" - "Hun er tolv år."

"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."