Vertaling van her
Inhoud:
Deens
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Deens
Nederlands
Bliv her!
Blijf hier!
Kom her!
Kom hier!
Hvorfor er du her?
Waarom ben je er?
Her kommer toget!
Hier komt de trein!
Er han stadig her?
Is hij nog steeds hier?
Bor du her?
Woont u hier?
Hvorfor er han her?
Waarom is hij hier?
Jeg arbejder her.
Ik werk hier.
Bliv her hos os.
Blijf hier bij ons.
Tom er ikke her.
Tom is niet hier.
Her er min nøgle.
Hier is mijn sleutel.
Jeg lever her.
Ik woon hier.
Her er alt i orden.
Hier is alles in orde.
Hvad laver denne stol her?
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Hvornår kan jeg svømme her?
Wanneer kan ik hier zwemmen?